13 jaar geleden verscheen hier een Friese merrie met een veulentje ernaast. Geruild voor een Harley Davidson Sportster. De merrie had onder het zadel gelopen. Daar waren foto’s van, maar in de praktijk bleek ze nogal groen. Oftewel ze wist eigenlijk nog helemaal niets. Ze was fokmerrie geweest en had ieder jaar een veulentje gehad. Vier kindertjes had ze gekregen en nummertje vijf zat nog in haar buik. Die kwam een klein jaar later. Inmiddels snapte moeders redelijk hoe dat moest met iemand op haar rug. Een rondje Krommeniedijk vindt ze fantastisch, maar rondjes in de dressuurbaan doe je haar geen plezier mee. Ook de kinders zijn ondertussen beleerd onder de man, maar… Het zijn niet echt paarden waar je probleemloos iedereen op kunt zetten. Ze zijn lief maar er zit nogal een stevig karakter in en dat vraag nogal wat ervaring met paarden. Daardoor zijn ze in de praktijk niet echt lekker te gebruiken in de zorgboerderij. Er moest iets anders.
Een Fries hoort voor de kar is de algemene mening. Dat is een goed idee. Paard voor de wagen en met de deelnemers het rondje Krommeniedijk enzo maken. Dertien jaar terug hadden we daar al de nodige attributen voor aangeschaft. Er stond een rijtuig, er was een tuig en er liepen 3 friezen rond, maar ze deden helemaal niets met elkaar. Die toestand bleef heel lang zo. Het beleren van die Friezen is nog een vak apart en met het rijden onder de man hadden we goede ervaringen met iemand erbij. Dus Jan Tuin gebeld met de vraag of hij een van die jongens “effe kon beleren”. ‘Nou,’ zei Jan, ‘dat wil ik wel, maar dan kun je beter eerst het koetsiersbewijs halen.’ Oké, dat was toch nog een iets moeilijker verhaal dan “je rij gewoon weg”. Na maanden oefenen kwam dan toch het koetsiersbewijs in augustus. Toen kwam deel 2: het paard beleren en nog zo wat dingetjes. Het ‘rijtuig’ was ooit gerestaureerd, maar inmiddels weer in een iets mindere kwalitatieve toestand. Zachtjes uitgedrukt. Het tuig had de buigzaamheid van een plank. Kortom er viel nogal wat te herstellen en poetsen en invetten, voordat we weer iets konden met al die spullen.
Watze, de jongste zoon van Mimi, wordt ons koetspaard. Jan Tuin heeft de africhting in handen genomen en we zijn begonnen met lopen in het tuig, daarna voor een sleep en vandaag het karretje erachter. Van de week vond hij het nog zo opwindend dat hij met tuig en al ging zitten op de sleep, maar vandaag ging hij voor het echie, voor de kar.
Het rijtuigje dat we hebben voldoet niet zo goed voor de zorgboerderij: er kunnen maar twee mensen mee. De koetsier en zijn groom. Dat gaat hem niet worden. Marktplaats biedt heel veel mogelijkheden. Voor vier passagiers. En dat zijn er toch ook nog te weinig. Wij willen zes passagiers mee nemen. Al surfend over internet was hij daar in eens. Een wagen die speciaal gemaakt is voor de stichting paardrijden gehandicapten. Voor zes passagiers, toegankelijk voor rolstoelen, zelfs op de koetsiersplek, met een mooie lage instap en een makkelijk te bereiken koetsiersstoel. Die moest het worden en die is het ook geworden. Welnu, een heel eind onderweg: gediplomeerd koetsier en een prachtige wagen, een inmiddels redelijk gangbaar tuig… nu nog dat paard voor die wagen. Daar gaat het om. En ik moet zeggen dat dat wel heel erg spannend was vandaag. Doet ie het of slaat hij alles aan gort. Gaat hij ervandoor met de kar als een vaantje erachteraan. Maar nee. Hij liet zich keurig inspannen en ging zo ontzettend lief en rustig weg stappen. Jan kon probleemloos opstappen en we gingen weer keurig weg stappen. Fantastisch!!!